Op zondag mag ik een verhaal delen van een lezer over een ingrijpende gebeurtenis. Dit keer het verhaal van Ellen waarin zij vertelt over haar bevalling. Haar bevalling verliep heftig en helaas had zij een bloedtransfusie nodig. Zij vertelt onder andere welke impact dit op haar heeft gehad en nog steeds heeft.
Heb jij ook een verhaal dat je wil delen omtrent gezondheid, zwangerschap, bevalling, familie, gezin? Heel graag! Dit kan eventueel anoniem. Voor meer info mag je mij mailen op info@twinkelbella.nl
De zwangerschap
Mijn zwangerschap verliep eigenlijk prima. Tenminste, fysiek gezien. Ik was de eerste weken heel erg moe, maar verder had ik amper klachten. Tot en met week 35 ben ik les blijven geven op de sportschool en zelf sportte ik tot en met week 37, tot enkele dagen voor de bevalling. Mentaal gezien was het een heel ander verhaal. Ik geef de hormonen de schuld. Al heel snel voelde ik me niet meer mezelf. Ik was steeds verdrietig, heel snel geïrriteerd en boos. Ik kwam ook heel erg veel aan en kreeg daar heel veel opmerkingen over. Ik was er erg onzeker over, en die opmerkingen kwamen hard aan. Ik kon zelf ook wel zien dat ik dik was geworden, waarom moesten mensen dat elke dag zo hard benadrukken? Ik at gezond en bewoog veel, maar toch kwam ik 20 kilo aan. Ik groeide van maat 36 naar maat 40 (positiekleding uiteraard). Hoe verder ik kwam in de zwangerschap, hoe moeilijker ik het vond. Omdat de verloskundige bang was dat ik na de bevalling een postnatale depressie zou oplopen, ben ik in therapie gegaan om te bespreken wat me zo onzeker en verdrietig maakte. Ik hield me maar vast aan de gedachte dat het tijdelijk was en dat ik dit nooit meer mee hoefde te maken.
Weinig beweging tijdens zwangerschap
De hele zwangerschap heb ik de baby amper voelen bewegen, maar als we in bed lagen lukte het altijd wel om met een muziekdoosje een reactie uit te lokken. Rond 34 weken voelde ik ineens niks meer. In paniek belde ik de verloskundige en mocht ik naar het ziekenhuis voor een CTG (dan wordt ongeveer een half uur de hartslag en beweging van de baby gecontroleerd). In week 34 is de baby vanuit stuitligging “goed” gaan liggen en sindsdien voelde ik nog minder beweging. Toen ik 36 weken was, voelde ik wederom niks meer. Midden in de nacht gingen we weer naar het ziekenhuis voor een CTG. Vanaf dat moment moest ik om de dag naar het ziekenhuis voor een CTG. In week 37 besloot de gynaecoloog dat hij geen risico wilde nemen en dat ik zou worden ingeleid als ik 38 weken zwanger was. Dat was 5 dagen later al!
Het inleiden van de zwangerschap
Op maandagochtend stond ik met mijn ziekenhuistas klaar voor de inleiding. Het ging nu echt beginnen en er zou eindelijk een einde komen aan die helse zwangerschap!
Er werd een ballon ingebracht (wat ik best pijnlijk vond). Deze werd 12 uur later (laat in de avond) verwijderd. Ik had toen nog maar 2 cm ontsluiting en kreeg een infuus met weeënopwekkers. Die nacht braken mijn vliezen rond half 4. De volgende ochtend kreeg ik een weeënstorm en na 3 uur kreeg ik een ruggenprik. Ineens voelde ik me niet goed, mijn bloeddruk zakte tot 50/30. Ik kreeg een infuus en voelde me al snel beter. Het was inmiddels dinsdagmiddag.
De hele dag werd mijn ontsluiting gecontroleerd, die nog niet echt wilde opschieten. Pas rond middernacht had ik 10 cm ontsluiting, maar was de baby nog niet ver genoeg gedaald. De ruggenprik werd uitgezet en de weeënopwekkers werden verhoogd, maar de weeën kwamen niet echt op gang.
Rond half 3 ’s nachts kwam eindelijk de verloskundige en ging het beginnen. Ik voelde geen persweeën, maar kon wel op de monitor zien dat ik ze had. Dus als het apparaat aangaf dat ik een wee had, ging ik persen. Om half 4 waren mijn vliezen 24 uur gebroken en moest er opeens haast gemaakt worden. De verloskundige zei dat hij een keuze ging maken tussen de vacuümpomp of een knip. Gelukkig bleek een knip voldoende en om 5 voor 5 in de ochtend, 44 uur na de inleiding, is onze dochter Lauren geboren.
De placenta
En toen hoefde alleen nog maar de placenta te komen, maar dat stelde niks voor, stelde de verpleegster me gerust. Ik kreeg nog een prik, waardoor de placenta zou worden afgestoten. Maar de placenta kwam niet. Na een tijdje proberen, werd er wat op mijn buik geduwd en aan de placenta getrokken. Schijnbaar is hij er toen half uit gekomen. De andere helft zat nog vast in mijn baarmoeder. Ik verloor heel veel bloed, de verpleegster was alles aan het opdweilen en in de weegschaal aan het leggen. Ik heb dat zelf niet meegekregen, want ik was inmiddels buiten bewustzijn. Het volgende wat ik me herinner is dat ik felle lampen boven me zag en een stuk of 8 mensen die om me heen liepen en druk bezig waren met van alles. Er werd uitgelegd dat ik geopereerd werd en dat ik nu een infuus kreeg en een kapje op mijn neus voor de narcose. Al heel snel was ik weer weg. De chirurg haalde de rest van de placenta weg. In totaal verloor ik 4 liter bloed (je hebt 5 liter in totaal) en ik kreeg een bloedtransfusie. Er was een ballon in mijn baarmoeder geplaatst om het bloeden te stelpen.
En toen werd ik wakker
Ik werd wakker in een ruimte met gordijnen om me heen. Ik herinner me er niet veel meer van. Ik wist ook niet wat er was gebeurd. Er kwam een verpleegster om te vertellen wat er was gebeurd en om te vragen of mijn vriend bij me mocht. Hij had zich veel zorgen gemaakt, want hij had de paniek wel meegekregen en wist alleen dat ik een tijdje kritiek had gelegen. Wat moet hij zich bang en verloren hebben gevoeld, die uren in spanning met onze pasgeboren baby.
Om half 10 op woensdagochtend konden we eindelijk onze ouders bellen dat onze dochter er was en dat alles naar omstandigheden goed ging.
Ik had heel veel pijn vanwege de grote wond in mijn baarmoeder en de ballon die daar zat om te zorgen dat het niet weer ging bloeden. Er zat een tampon in van 6 meter gaasverband en in had in beide armen een infuus. Ook had ik nog een blaaskatheter, omdat ik niet kon lopen. Elk kwartier ging er wel een alarm af, omdat mijn hartslag niet boven de 45 kwam, omdat mijn bloeddruk niet goed was of omdat er weer iets wat de door de infusen ging op was (morfine en glucose kreeg ik). Ook werd er vaak bloed geprikt.
Omdat mijn ijzergehalte veel te laag was, kreeg ik nog een tweede bloedtransfusie. Die eerste uren heb ik in een roes beleefd. Gelukkig maar, want het was geen pretje. Lauren werd bij ons op de kamer gelegd, maar ik kon haar zelf niet pakken. Ze lag in haar bedje naast me en het lukte me wel om haar aan te raken als ik mijn arm uitstak.
De dagen erna
De dagen daarna bleven we nog in het ziekenhuis. Elke dag ging het iets beter en mocht er weer een slangetje of infuus verwijderd worden. Lauren sliep ’s nachts nog bij de verpleging, zodat wij konden rusten. Na 2 dagen mocht ik voor het eerst even naast mijn bed gaan staan. Het voelde alsof ik 3 marathons had gelopen. Die avond lukte het al om naar de badkamer te schuifelen en zelf te gaan plassen (de blaaskatheter was net verwijderd). Zaterdag laat in de middag mochten we naar huis. Mijn vriend was dolblij, ik was doodsbang.
Huilbaby
De kwaamhulp kwam meteen. Wat een lieve en kundige vrouw was dat. Ze mocht een paar dagen extra blijven, vanwege de complicaties. Kraamvisite wilde ik niet, alleen onze ouders en zussen zijn geweest de eerste weken. Ik heb geprobeerd borstvoeding te geven, maar er kwam niks. Urenlang heb ik huilend met het kolfapparaat op bed gezeten en na 3 weken heb ik het opgegeven. Helaas bleek Lauren de hele dag te huilen. Dat kon ik nog helemaal niet aan. Mijn moeder is veel geweest om te helpen en urenlang heb ik met haar in de draagzak rondgelopen. Tijd om te rusten had ik dan ook niet en aan werken moest ik al helemaal niet denken. Zo belandde ik in een postnatale depressie. Ook toen Lauren gediagnosticeerd werd met koemelkallergie en verborgen reflux en daarvoor speciale voeding en mediatie kreeg, bleef ik veel verdriet houden. Ik heb daarom hulp gezocht. Alleen al door er veel over te praten en door de bevestiging dat ik dit best mocht voelen, voelde ik begrip. Na een maand of 3 kon ik eindelijk genieten en begonnen we de kaamvisite te plannen. Toen Lauren een half jaar was ben ik weer gaan werken.
11 maanden later
Inmiddels is Lauren al bijna 11 maanden en het gaat heel goed met haar. Ze is heel erg vrolijk en ondernemend. De liefde die ik voel is met niks te vergelijken, ik voel me compleet met haar.
Helaas slaapt ze nog niet door en al die maanden chronisch slaaptekort hebben er behoorlijk ingehakt. Van mijn sociale leven is eigenlijk niks meer over. Ik sport niet meer, ik geef alleen mijn ene lesje per week. Ik heb moeite een gesprek te volgen en ik vind het heel moeilijk om weg te gaan. Verder ga ik elke avond om 21 uur naar bed in de hoop ergens in de nacht een paar uur achter elkaar te kunnen slapen.
Ik heb mijn goede en slechte momenten. Ik begin me weer wat meer mezelf te voelen, de hormonen zijn geloof ik bijna uit mijn lichaam. Zodra ik wat meer energie heb en weer kan sporten, weet ik zeker dat ik me weer snel mezelf ga voelen. Soms heb ik goed geslapen en kan ik de wereld aan, maar de volgende dag heb ik bijvoorbeeld maar 4 uur geslapen en komt het staartje van de depressie toch weer eventjes heel venijnig naar boven.
Ik hou zielsveel van mijn dochter, maar een ding weet ik zeker: dit nooit meer. Ik heb er goede hoop op dat het allemaal wel weer op zijn pootjes terechtkomt. Als ik de energie heb ga ik sporten, maar vroeg naar bed en mediteren vind ik ook heel fijn nu.
Meer lezen van Ellen? Check haar blog Ellefit
Esmée Reageren
Wat een heftig verhaal!
Ik vind het knap van jou dat je meteen mentale hulp bent gaan zoeken, vaak ligt er toch een drempel. Hopelijk slaapt Lauren snel door zodat jij/jullie ook je nachtrust krijgen.
Stephanie Reageren
Wat een heftig verhaal om te lezen. Heel knap van je dat je hulp bent gaan zoeken.
Neem de tijd om alles te verwerken 🙂
Bij mij duurde het ook lang voordat al de hormonen minder werden.
Veel dingen in je verhaal zijn zo herkbenbaar!
Hopelijk gaat Lauren snel de nachten doorslapen